Maandelijks archief: juli 2015

De wonderlijke metamorfose van een adoptiekind

Of hoe een geadopteerd jongetje in enkele maanden tijd evolueerde van een apathische baby tot een levendige en alerte peuter.

Vrienden van ons hebben een jongetje geadopteerd uit een Zuid-Afrikaans weeshuis. Een tijdje geleden spraken we op een zondagnamiddag af op het speeltuintje vlak bij hun woning – het was de eerste keer dat we hun nieuwe gezinslid zouden zien. Het jongetje was op dat moment 13 maanden oud, maar zag er nog eerder baby uit dan peuter. Hij reageerde amper en stond qua ontwikkeling duidelijk achter op leeftijdsgenootjes.

Drie maanden eerder waren de adoptieouders met hun oudste zoontje naar Zuid-Afrika afgereisd, na een ellenlange en slopende adoptieprocedure. ‘Als het voor het eind van het jaar niet lukt, geven we het op’, hadden ze kort voordien nog gezegd. ‘Dan moeten we een hele resem papieren – nog maar eens – opnieuw aanvragen en indienen.’

Zonder zeuren

Wat mij daar in het speeltuintje vooral opviel, was de vanzelfsprekendheid waarmee dat kind in slaap viel, zonder ook maar iets van lawaai te maken, te zeuren of op welke manier dan ook aandacht te vragen. Logisch ook: in het weeshuis was hij gewoon dat er niemand reageerde. Hij kreeg er uiteraard wel eten en drinken, maar er waren lang niet genoeg verzorgsters voor de vele kinderen, vertelde zijn kersverse adoptiemama. De kinderen kregen dus weinig tot geen één-op-één aandacht en werden wel verzorgd, maar niet geknuffeld of gestimuleerd.

Wat een verschil met de eerste tien maanden van mijn eigen kinderen, dacht ik onwillekeurig, toen ik bijna constant gericht was op de noden van die hulpeloze mensjes en ze vaak ronddroeg of knuffelde. Waarom krijgt niet elke baby die liefde en aandacht?

Blijk van herkenning

De biologische mama van dit jongetje was in het ziekenhuis bevallen en er meteen vandoor gegaan. Ze had aids, haar zoontje gelukkig niet. Zijn adoptieouders lieten hem ook testen op motorische problemen, maar ook die leek hij niet te hebben.

En er waren nog wel meer positieve signalen. Zo was hij onlangs beginnen te kruipen. En vooral: hij leek zijn mama al goed te herkennen en lachte als hij haar zag. Die band opbouwen, is heel belangrijk, had de maatschappelijk assistente van de adoptieorganisatie gezegd. Ze raadde ook aan om flesjes op schoot te geven, zoals bij een baby, om het kind geborgenheid te laten ervaren.

Het opbouwen van die band zorgde er ook voor dat het gezin zich een paar maanden vooral op zichzelf terugplooide en niet meteen overal op bezoek ging of vrienden uitnodigde. Ze moesten allemaal nog wat aan elkaar wennen.

Een levendige en nieuwsgierige peuter

De eerste tien maanden van dit leven lijken een soort valse start. Maar gelukkig wel met een nieuw begin.

Want een kleine twee maanden later zien we deze vrienden opnieuw. Wat een verschil! Nu maken we kennis met een guitig mannetje van 15 maanden. Hij heeft in sneltreinvaart zijn ontwikkeling ingehaald en stapt parmantig rond. Het is een levendig en alert kereltje, dat alles in de gaten heeft, zaken vastneemt en zorgvuldig bestudeert wat hij ermee kan doen. Tja, ook mijn bloemen op het salontafeltje. Zoals een gewone peuter, toch?

Niet alleen zijn mama, ook ik heb nu echt interactie met hem. Hij lacht, geeft speelgoed aan en maakt duidelijk wat hij wil.

Wat heeft dat kereltje geluk dat hij in dit gezin terechtgekomen is. Sommige kinderen leken best te floreren in het weeshuis, vertelde zijn adoptiemama, en leerden er om zich te laten gelden. Maar dit jongetje was daar duidelijk niet bij: hij kwijnde er eerder weg. Zijn metamorfose tot normale, nieuwsgierige peuter is dan ook een sprookje dat hopelijk nog lang mag duren.