Over hoge bergen en Hollandse branie: weten wat je niet wil

Soms moet je eerst zien hoe anderen iets doen, om duidelijk te weten dat jij het anders wil of dat dat gewoon jouw ding niet is. Enkele voorbeelden?

Eén: Ik hou van vakantie, natuur, bergen, wandelen. Luk ook. Maar door samen op reis te gaan, blijkt dat we dat toch ietwat anders invullen. Luk wil graag naar de top van de berg, zo hoog mogelijk, met uitzicht op veel andere bergen (de Mont Blanc bijvoorbeeld), die hij dan ook echt herkent. Hij kan vanuit de hoogte het hele parcours tekenen dat we al afgelegd hebben en zien waar we naartoe gaan. En er mag serieus wat actie inzitten: een week aan een stuk elke dag stappen met de rugzak? Ideaal!

Voor mij mag het allemaal iets rustiger. Ik stap liever op een lager tempo en pauzeer graag geregeld, om echt van het uitzicht te kunnen genieten. Ik las graag een rustdag in na enkele stapdagen, ook al valt er op die plek niet echt iets te beleven. En eerder dan de echt hoge toppen, waar het vaak koud is en er nog weinig begroeiing staat, verkies ik iets lagere regionen met bergmeertjes en groen. Maar gelukkig wil Luk ook graag met mij rond een meer stappen!

Twee: Als ik zie hoe sommige fulltime-tweeverdieners-met-jonge-kinderen van hot naar her rennen en allerlei opvang inschakelen om alles gecombineerd te krijgen, ben ik maar al te blij met mijn flexibele (parttime) freelancejob van thuis uit, die ik niet alleen heel graag doe, maar die ook ideaal te combineren is met pakweg op tijd aan de schoolpoort staan of mijn dochters naar ballet, gym of notenleer voeren.

Drie: Bij een recent bezoek aan Nederland besefte ik maar al te goed dat ik blij ben dat mijn kinderen in België opgroeien en niet in Nederland. De Amstelveense familie waarbij we twee dagen bleven logeren, was heel sympathiek en gastvrij, maar ik keek soms vreemd op van het gedrag van de dochters, vooral dan de oudste van tien. Die leek niet echt veel respect te tonen voor haar ouders of haar zus. ‘Doe eens normaal.’ ‘Stommerik!’: allemaal doodnormaal om tegen je vader te zeggen blijkbaar. Die reageerde er zelfs niet op. Ook tijdens ons bezoek aan de Amsterdamse bossen viel mij op hoe vaak kinderen, zowel onder elkaar als tegen volwassenen, allerlei onbeleefdheden en verwensingen riepen. Niemand die daar vreemd van opkeek of zelfs maar een opmerking over maakte.

Maar het ergste was dat Hannah heel erg naar dat tienjarige Hollandse meisje opkeek en dus ook die grote mond probeerde over te nemen. En dan heel verwonderd en boos was dat dat bij ons niet pakte. Waarna we een uitgebreid gesprek hadden over waarden en cultuurverschillen en haar probeerden uit te leggen dat het in Nederland vooral belangrijk is om jezelf uit te drukken en te durven zeggen wat je denkt, terwijl wij beleefdheid en respect toch hoger in het vaandel voeren. Ik weet niet of ze het helemaal begrepen heeft, maar ze heeft het daarna toch niet meer geprobeerd…

Zulke vergelijkingen zijn grotendeels positief: je beseft wat je wilt of je bent tevreden met wat je hebt. Jammer genoeg vallen niet alle vergelijkingen even positief uit. Daarbij wordt Facebook vaak aangewezen als grote boosdoener: de meesten zetten er vooral successen en leuke foto’s op, niet zozeer hun verdriet of onzekerheden. Je kunt dus gemakkelijk denken dat een ander het beter heeft dan jij.

Zelf word ik vooral slecht gezind als ik eraan herinnerd word dat het voor ons niet zo evident is om eens een weekendje (laat staan langer) zonder de kinderen weg te gaan. Als grootouders foto’s posten van hun kleinkinderen die een weekje blijven logeren of tantes laten weten dat hun nichtje drie dagen op bezoek komt, heb ik daar toch wat dubbele gevoelens bij. Zeker als dat allemaal vanzelfsprekend lijkt. Als dat bij ons al lukt – we zijn in onze iets-meer-dan-achtjarige ‘carrière’ als ouders toch ook al drie keer een weekendje weggeweest – komt daar eerst een heel geregel aan te pas. Het helpt natuurlijk ook niet dat we aan de andere kant van het land gaan wonen zijn en uiteraard doen we ook graag van alles samen als gezin. Maar soms missen we toch wel wat tijd met zijn tweetjes.

Misschien moeten we het toch nog een keer proberen, zo’n weekendje met twee. Iemand die wil babysitten op twee schattige meisjes van 6 en 8? Ze hebben alvast geen grote mond! Dan kunnen wij misschien nog eens gaan wandelen in de natuur…

Plaats een reactie